Rollen en instrumenten van de gemeenteraad
Rollen van de gemeenteraad en de wettelijke instrumenten waarover raadsleden beschikken om die rollen te kunnen vervullen.
Welke rollen heeft de gemeenteraad?
Gemeenten hebben een dualistische bestuursvorm. Dit betekent dat de rollen van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders gescheiden zijn. Het college bestuurt de gemeente, maar de gemeenteraad staat aan het hoofd van de gemeente en vertegenwoordigt de inwoners. Hierbij bepaalt en bewaakt de gemeenteraad de beleidsmatige en financiële grenzen voor de uitvoering door het college.
Inwoners vertegenwoordigen
Raadsleden vertegenwoordigen de inwoners van een gemeente. De ‘vertegenwoordiging van het volk’ wordt belangrijker omdat de hoeveelheid taken en verantwoordelijkheden van de gemeente toeneemt.
Beleidsmatige en financiële grenzen stellen
De raad moet de beleidsmatige en financiële grenzen vaststellen waarbinnen het college kan bewegen. Dit vereist dat raadsleden nadenken over een meerjarige strategische visie op de gemeente in het algemeen en op de verschillende beleidsterreinen in het bijzonder.
Belangrijke jaarlijks terugkerende momenten voor het vaststellen van de beleidsmatige en financiële grenzen door de raad zijn behandeling van de voorjaarsnota en het vaststellen van de programmabegroting.
Grenzen bewaken
Het college beschikt over uitgebreide uitvoerende taken en verantwoordelijkheden. Tegelijkertijd moet de raad controleren. Daarvoor zijn verschillende mogelijkheden. In de planning- en controlcyclus stelt de ambtelijke organisatie regelmatig voortgangsverslagen over de verschillende ontwikkelingen en resultaten op. Daarnaast legt het college ten minste 1 keer per jaar verantwoording af aan de raad: over de uitgaven en de daarmee behaalde resultaten.
Verder beschikt de gemeente Rijswijk verplicht over een rekenkamercommissie die tot taak heeft zelfstandig en onafhankelijk onderzoek te doen naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijke beleid.
Voor 15 juli van ieder jaar controleert de raad het financieel jaarverslag van de gemeente: de jaarrekening. Zo heeft de raad controle over de bestemming van gemeenschapsgeld.
Welke instrumenten kunnen raadsleden hanteren?
Om de rol als gemeenteraad te kunnen vervullen zijn in de Gemeentewet en het Reglement van Orde van de raad de volgende wettelijke instrumenten beschikbaar gesteld:
Budgetrecht
Het budgetrecht is de bevoegdheid van de raad om financiële middelen aan het college beschikbaar te stellen (artikel 189 Gemeentewet). Via raadsbesluiten machtigt de raad het college om uitgaven te doen en inkomsten te verwerven. Het budgetrecht is een belangrijk instrument om politieke invloed uit te oefenen. De raad kan sturen door meer of minder geld aan een bepaald doel toe te wijzen.
In de Gemeentewet staat dat de raad er ook op moet toezien dat de begroting in evenwicht is, of dat dit evenwicht de eerstvolgende jaren wordt gerealiseerd. Het college moet de raad daarvoor een ontwerpbegroting aanbieden. De begroting wordt door de raad vastgesteld en kan tot uiterlijk het eind van het desbetreffende begrotingsjaar door de raad worden gewijzigd. In de financiële verordening kunnen raad en college aanvullende afspraken maken over de invulling van het budgetrecht van de raad.
Initiatiefrecht
Met het recht van initiatief kunnen raadsleden eigen voorstellen voor nieuw beleid of aanpassing van een verordening indienen bij de raad (artikel 147a Gemeentewet). Een initiatiefvoorstel is een manier om als raadslid zelf beleidsmatige en financiële grenzen aan het college te stellen. De meerderheid van de raad moet het initiatiefvoorstel dan wel steunen.
Indienen van amendementen
Door het indienen van een amendement kan een raadslid tijdens een vergadering wijzigingen voorstellen op een voorgesteld besluit (artikel 147b Gemeentewet). Een amendement kan schriftelijk worden ingediend bij de voorzitter van de raad, zolang de beraadslagingen nog niet zijn afgesloten. Op een amendement kan ook weer een wijzigingsvoorstel worden ingediend, een zogenoemd subamendement. Als een meerderheid van de raad het (sub)amendement steunt, wordt het oorspronkelijk voorgestelde raadsbesluit gewijzigd vastgesteld.
Indienen van moties
Een motie is een korte verklaring over een onderwerp waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken zonder dat daaraan rechtsgevolgen zijn verbonden. Aan de motie kan de initiatiefnemer desgewenst een oproep toevoegen aan het college of de raad om tot actie over te gaan. Ieder raadslid kan tijdens een raadsvergadering een schriftelijke motie indienen bij de voorzitter van de raad. Als een meerderheid van de gemeenteraad voor de motie stemt, is deze ‘aanvaard’. Moties zijn geregeld in het reglement van orde van de raad.
Recht van interpellatie
Deze mogelijkheid geeft een raadslid het recht een verzoek in te dienen om het college te bevragen over een onderwerp dat niet op de agenda van de raadsvergadering staat (artikel 155 lid 2 Gemeentewet). Het middel is bedoeld om een essentieel actueel politiek punt aan de orde te stellen, en daarover een collegelid te bevragen. Elk individueel raadslid kan verzoeken om een interpellatie, maar de raad als geheel bepaalt of de interpellatie wordt toegestaan.
Vragenrecht
De raad heeft het recht om aan het college mondeling of schriftelijk vragen te stellen, voor zover het om de eigen bevoegdheden van het college gaat (artikel 155 lid 1 Gemeentewet).
Inlichtingenplicht van het college
Het college moet niet alleen inlichtingen verstrekken op verzoek van een raadslid (passieve informatieplicht) maar ook uit zichzelf alle inlichtingen verstrekken die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (de actieve informatieplicht). Dit is geregeld in artikel 169 Gemeentewet. Raad en college geven samen concreet invulling aan de inlichtingenplicht en besluiten op welke manier zij de informatievoorziening vorm en inhoud geven.
Recht van onderzoek
Op voorstel van 1 of meerdere raadsleden kan de raad een onderzoek naar het beleid van het college instellen. Dat kan op verschillende manieren: door een extern bureau, een onafhankelijke commissie of via een raadsonderzoek. Bij het instellen van een raadsonderzoek is de steun van een meerderheid van de raad vereist.
Recht op ambtelijke bijstand voor de raad en ieder individueel raadslid
Voor elk raadslid bestaat het expliciete recht op ambtelijke bijstand dat aan de raad en aan elk individueel raadslid wordt toegekend. Bovendien is er een recht op fractieondersteuning.